debatteren.png

ARTIKEL

Leren van debatteren

Twee vragen
twee personen
twee meningen

Cees Bakker
a
ccountmanager Geas Energiewacht Enschede

a_arthur_van_schayk-rond.png (copy)

Aart van der Wilt
adviseur en expert duurzaam bouwen bij Innovatie Centrum Duurzaam Bouwen

foto_kees.jpg
Pijl: Volgende scene (copy)

De installatie- en bouwwereld kent veel verschillende marktpartijen die intensief met elkaar samenwerken. Over het algemeen doen zij dit in goede harmonie, samen strevend naar het beste resultaat. Toch betekent dit niet dat hun meningen altijd exact dezelfde zijn. En dat is maar goed ook, want zo houden we elkaar scherp en leren we van elkaar. Dat is precies wat wij in ‘ons debat’ nastreven. We stellen twee vragen, aan twee personen die elk hun mening geven. In deze aflevering stellen we de vragen aan Cees Bakker, accountmanager bij een installatiebedrijf en aan Aart van der Wilt, verduurzamingsadviseur bij een kenniscentrum voor duurzaam bouwen.

Next

13

Leren van debatteren

foto_kees.jpg (copy)
a_arthur_van_schayk-rond.png (copy1)

Adviseer je bij een verduurzamings-vraagstuk om direct voor label A te gaan of raad je aan om eerst voor Label C te gaan?

Aart van der Wilt: “Dat hangt sterk af van de staat van het gebouw dat je wilt verduurzamen. Als het gebouw erg oud is en slecht geïsoleerd dan is het soms niet haalbaar om voor label A te gaan. Het is dus echt afhankelijk van de uitgangssituatie of het mogelijk is om in één keer aan de eisen voor energielabel A te voldoen. In feite gaan we altijd voor het hoogst haalbare en in de toekomst is energielabel A altijd het doel. Maar het kan nodig zijn om dit met tussenstapjes te doen. Voor kantoorgebouwen is het verplicht om op 1 januari 2023 minimaal energielabel C te hebben. Als gebouweigenaar of gebouwbeheerder is dat dus de minimale doelstelling op dit moment. Is dit voor jouw pand nu ook het maximaal haalbare dan ga je vanuit die nieuwe uitgangspositie weer toewerken naar energielabel A. Uiteindelijk moet dat wel de ambitie zijn. In 2050 moeten we van het gas af en moet ieders CO2-uitstoot flink lager zijn. Als dat in één keer kan dan is dat heel mooi en anders moet dat in stapjes. Maar de stip op de horizon blijft gasloos en energieneutraal.”

Cees Bakker: “Het verschilt heel sterk per opdrachtgever welke labelstap we adviseren. Veel van onze opdrachtgevers zijn woningcorporaties en VvE’s en dat betekent dat het beleid van die specifieke klant bepaalt welke rol duurzaamheid daarin speelt. Het advies dat we geven komt altijd voort uit overleg, waarbij we inzicht geven in de gevolgen die bepaalde maatregelen hebben voor het energielabel. We belichten daarbij de positieve en de eventuele negatieve kanten van bepaalde keuzes en leggen uit hoe een duurzame installatie of techniek werkt. Als de opdrachtgever zijn gebouw graag wil laten voldoen aan de eisen van een bepaald energielabel benoemen wij welke maatregelen nodig zijn om deze wens te realiseren.”

Met welke verduurzamings-
maatregel kun je de grootste stappen zetten voor een beter energielabel?

Cees Bakker: “Naar mijn mening kun je niet één verduurzamingsmaatregel noemen die in het algemeen voor de grootste verduurzamingswinst zorgt. Elk verduurzamingstraject is maatwerk en heeft zijn eigen oplossingen om grote en kleine stapjes te maken op de verduurzamingsladder. Het is altijd maatwerk; door te inventariseren welke installaties en welke isolatie in het gebouw of appartementencomplex aanwezig zijn en welke verduurzamingsslagen de eigenaar nog kan maken, kom je per project op een ander antwoord op deze vraag. We hebben daarbij ook te maken met de beschikbare ruimte om eventuele duurzame installaties of bijvoorbeeld pv-panelen te plaatsen. Of met de vraag welke levensduur een complex nog heeft. Al deze aspecten hebben uiteindelijk invloed op de verduurzamingsmaatregelen en dus welke maatregel de meeste winst oplevert op het gebied van verduurzaming.”

Aart van der Wilt: “Bewustwording is de belangrijkste stap. Het begint allemaal bij het bewust nadenken over hoe jouw gedrag van invloed is op het energiegebruik. Bijvoorbeeld door niet het licht te laten branden wanneer je een ruimte verlaat of door aanwezigheidssensoren te plaatsen voor de aansturing van de verlichting en verwarming. Het gaat niet alleen om techniek; allerlei duurzame installaties toepassen is mooi, maar als eigenaren deze niet goed gebruiken of zich niet bewust zijn dat ze ramen en deuren moeten sluiten, dan hebben ze er weinig aan. Een tweede belangrijke stap is het nemen van energiebesparende maatregelen zoals isolatie. Dat zijn zogeheten ‘no regret-maatregelen’: maatregelen die altijd goed zijn, onafhankelijk van welke keuzes men daarna nog maakt. Na de bewustwording en goed isoleren kun je gaan optimaliseren met bijvoorbeeld duurzame klimaatinstallaties.”