Het debat

Twee vragen, twee personen & twee meningen.

Leren van debatteren.

Michel Baars

Directeur van circulair ontmantelingsbedrijf New Horizon

Frans van Veen

Senior product manager ‘spare parts & accessoires’ bij Remeha

Het debat

Twee vragen, twee personen & twee meningen.

Leren van debatteren.

De installatie- en bouwwereld kent veel verschillende marktpartijen die intensief met elkaar samenwerken. Over het algemeen doen zij dit in goede harmonie, samen strevend naar het beste resultaat. Toch betekent dit niet dat hun meningen altijd exact dezelfde zijn. En dat is maar goed ook, want zo houden we elkaar scherp en leren we van elkaar. Dat is precies wat wij in ‘ons debat’ nastreven. We stellen twee vragen, aan twee personen die elk hun mening geven. In deze aflevering stellen we de vragen aan Michel Baars, directeur van circulair ontmantelingsbedrijf New Horizon, en Frans van Veen, senior product manager ‘spare parts & accessoires’ bij Remeha.

Heeft de markt refurbished installatie-artikelen omarmd?

Hoe zijn mensen te overtuigen om iets meer te betalen voor een refurbished artikel?

Michel Baars: “Het korte antwoord is ‘Nee'. Maar zo’n transitie, van lineaire productie naar circulair, kost gewoon veel tijd. Pas als 25% van de markt interesse heeft en enigszins bereid is om refurbished producten te kopen, kun je spreken van een tipping point. Daar zijn we nog lang niet. De vraag is er nu niet, maar ook het aanbod is er nauwelijks. Terwijl er technisch wel mogelijkheden zijn. Belangrijkste is dat aanbieders niet gaan wachten tot de vraag er is. De installatiesector kent deels ‘domme’ producten, zoals wastafels, kabelgoten en dat soort zaken. Dergelijke producten kunnen we al snel als refurbished aanbieden. Voor meer intelligente producten, zoals gebouwautomatisering, liften of warmtepompen, moeten fabrikanten zorgen dat zij veel meer uitwisselbare componenten toepassen. Daar is nog een hele slag te maken.”

Frans van Veen: “De markt is redelijk selectief. Als er financieel voordeel te halen valt uit refurbished artikelen, dus eerder gebruikte apparatuur die wordt gecontroleerd en zo nodig hersteld, dan gaan partijen er wel voor. Maar ik heb nog weinig voorbeelden voorbij zien komen waar mensen voor refurbished kozen als het duurder was. Blijkbaar hebben we de marktpartijen nog niet kunnen overtuigen dat de duurzame optie wat meer mag kosten. De kostprijs van een refurbished artikel is vaak hoger dan van een nieuw, in grote series gemaakt artikel. Door de uitvoerige diagnose- en testprocedures en het arbeidsintensieve revisieproces komen er vaak hogere kosten bij. Daarom zou duurzaam of refurbished best wat meer mogen opbrengen.”

Michel Baars: “Mijn tegenvraag is dan: waarom zou het duurder moeten zijn? Ik vind dat je dat de markt niet mag aandoen. Maak je het duurder, dan zal je – met uitzondering van wat idealistisch ingestelde partijen – niet voldoende markt creëren om refurbished tot bloei te laten komen. En ja, het is lastig om mensen te overtuigen van de kwaliteit van refurbished en de prijs die je ervoor moet vragen, gezien de arbeid die nodig is om deze producten weer marktrijp te maken. Maar het probleem ligt echt bij de lineaire productie; die producten zijn te goedkoop. Ons huidige model van het ‘strooien’ met grondstoffen is daarin niet op juiste waarde verwerkt. Uiteindelijk moet het belastingstelsel op de schop. Belasting op grondstoffen moet fors omhoog en op arbeid omlaag. Dat vraagstuk ligt bij de politiek. Wat wél voor refurbished producten pleit is het voordeel van leveringsbetrouwbaarheid. Op dit moment kunnen veel fabrikanten en leveranciers vaak veel sneller een refurbished product leveren dan een nieuw product. Dit is een ontwikkeling die ik in de toekomst nog belangrijker zie worden.”

Frans van Veen: “Het moet goed gecommuniceerd worden dat refurbished artikelen veel grondstoffen besparen, en daarnaast ook veel energie. Net zoals bijvoorbeeld over biologisch vlees wordt gecommuniceerd dat de dieren onder andere meer leefruimte hebben gehad. Als mensen het verhaal achter een product of werkwijze kennen en dat verhaal steunen, zijn ze vaak best bereid iets meer te betalen. Duurzaam zijn kost nu eenmaal net iets meer. We kopen toch ook groene stroom terwijl die duurder is dan grijze stroom? Maar van refurbished artikelen komt het duurzame karakter van het product nog niet tot uiting in de prijs die installateurs of klanten ervoor willen betalen. Eigenlijk is het punt trouwens niet eens dat duurzaam zijn te duur is, maar dat niet-duurzaam zijn te goedkóóp is. Bij de prijsbepaling van niet-duurzaam handelen gaat iets niet helemaal goed, de echte en verborgen milieu kosten komen daarin niet tot uitdrukking. Het is de kunst om dat goed voor het voetlicht te brengen, en mensen de keuze geven zelf een andere aankoopbeslissing te maken. Want een verplichting is het vooralsnog niet.”  

Leren van debatteren.

Volgende

08