Hoofdartikel

Milieueisen aan materialen leiden tot volledig nieuwe ontwerpstrategie.

De steeds strengere eisen aan materiaalgebruik en het toenemende belang van hergebruik en recycling vergt een nieuwe ontwerpstrategie. Dat is een conclusie die binnen de BDR Thermea Group inmiddels heel duidelijk is. “De afgelopen paar jaar hebben we al grote stappen gezet. Eerst met het inventariseren van ons materiaalgebruik. Nu komen we bij de tweede stap; het creëren van producten via de richtlijnen van ecodesign.”

Meer weten?

 

Wil je meer weten over dit onderwerp of over wat Remeha kan betekenen op jouw weg naar duurzaamheid in de utiliteit en nieuwbouw? Neem dan snel contact met ons op!

Hoofdartikel

Volgende

02

Jean-Charles Willm

Ecodesign adviseur bij de Heat Pumps Business Development Unit van

BDR Thermea Group

4

3

2

1

Implementatie van

ecodesign

Definiëren van de

‘Environmental KPI’s’

Datamanagement

Implementatie van Product Environmental Profiles (PEP)

Jean-Charles Willm, ecodesign adviseur bij de Heat Pumps Business Development Unit van BDR Thermea Group in Frankrijk adviseert het R&D team, dat inmiddels aan de nieuwe producten werkt. Hij heeft de afgelopen jaren met zijn team in kaart gebracht wat de impact is van de materialen die de BDR Thermea Group bij de productie gebruikt. “Tot niet zo lang geleden lag de nadruk bij productontwikkeling vooral op de CO2-footprint van onze producten. Daar zijn nu een heleboel eisen, normen en aandachtspunten bijgekomen”, vertelt Willm. “Denk aan zaken als recyclebaarheid, hergebruik en eenvoud van reparatie, maar ook diverse eisen en normen die uit de Ecodesign richtlijnen en de Green Deal van de EU afkomstig zijn. Die willen we allemaal in ons ontwerpproces integreren.”

Ecodesign en Green Deal

 

Volgens Willm zijn het hoofdzakelijk de lokale initiatieven en regelgeving, de Ecodesign richtlijnen en de Green Deal die de ontwikkelaars bij de R&D-afdeling tot steeds grotere prestaties voortstuwen. “Om dat te kunnen doen, moeten we vrij exact de eigenschappen, herkomst en samenstelling weten van de materialen en componenten die we in onze producten toepassen. Zonder die kennis is het zeer lastig, en vaak onmogelijk, om uitspraken te doen over de recyclebaarheid, de repareerbaarheid of het refurbishen van onze producten in de toekomst.”

 

De eerste stap die Willm en zijn collega’s moesten zetten, was het inventariseren van alle product- en milieueigenschappen – zoals het gehalte aan gerecycled materiaal, schrootpercentage, end of life-afvalstroom – van de materialen en componenten die de BDR Thermea Group gebruikt. Vooral waar het om kunststof producten gaat, is dit belangrijk. “We hebben bij al onze toeleveranciers de vraag neergelegd om voor hun producten de eigenschappen in kaart te brengen. Als je zo’n actie start, dan ontdek je pas hoeveel verschillende onderdelen en materialen wij gebruiken. Ook blijkt dat de verschillen onder onze toeleveranciers groot zijn, in de zin dat sommige leveranciers zelf al met dit proces bezig zijn en soms al verder zijn dan wij. Andere leveranciers hebben nog geen idee hoe zij dit moeten aanpakken. Het is ook de vraag of die leveranciers voor ons interessant blijven. In het uiterste geval zullen we soms op zoek moeten naar nieuwe partijen die ons dat inzicht wel kunnen geven.”

‘Het speelt in elke directiekamer’

 

Het is belangrijk dat er steeds meer, vooral in Europa, normen en richtlijnen komen. Dat zorgt ervoor dat bij veel producenten de vraag naar product- en materiaaleigenschappen – en dus niet alleen bij BDR Thermea Group - een actueel thema is. We mogen toch aannemen dat elke fabrikant in Europa die met het milieu rekening houdt, daar mee bezig is. “Onderwerpen als Ecodesign en ISO 14001, met alle milieueisen en life cycle consequenties van dien, spelen - als het goed is - in elke directiekamer. Wij zijn inmiddels zover dat we een datasysteem hebben waarin we zo compleet mogelijk de eigenschappen en herkomst van onze materialen en componenten registreren. Zo komen we steeds dichter bij het bereiken van de belangrijke eerste stap: waar staan wij als het om de life cycle analyse van onze producten gaat?”

De tweede stap, zo gaat Willm verder, is het daadwerkelijk introduceren van ecodesign in de nieuwe productontwikkeling. Daarbij hanteert BDR Thermea de acht stappen uit de ecodesign strategie van Brezet en Van Hemel. “We kijken nauwgezet hoe we in onze R&D en productontwikkeling zo veel mogelijk de vraagstukken uit die acht stappen kunnen beantwoorden. Op sommige punten zijn we nog niet zo ver of kunnen we door externe omstandigheden nog geen grote stappen zetten. Soms heeft dat ook met economische argumenten te maken. De prijs van een product zou bijvoorbeeld buitensporig hoog kunnen worden. En op sommige punten hebben we al heel veel bereikt.”

Proces in vier stappen

 

Het ontwerpen en uiteindelijk produceren via de ecodesign richtlijnen, verloopt vervolgens via vier pijlers, legt Willm uit. De eerste is, zoals gezegd, de implementatie van de zogeheten Product Environmental Profiles (PEP). Voor alle nieuwe producten die we vanaf nu gaan maken, willen we van elk materiaal of component een PEP bezitten. De tweede pijler is datamanagement. We moeten een waterdicht systeem hebben waarin we al deze informatie over materialen en componenten kunnen beheren. De derde is het definiëren van de ‘Environmental KPI’s’. Uiteindelijk kunnen we op basis daarvan de vierde pijler in werking laten treden: de implementatie van ecodesign.

Dat dit niet in één keer volledig volmaakt in werking treedt, zal voor iedereen duidelijk zijn. Daarom zal BDR Thermea Group in stappen naar de perfecte situatie toegroeien. “Een voorbeeld van een terrein waar we al grote stappen zetten, is de verpakking van onze producten. Hiervoor gebruiken we nu al geen plastic meer maar alleen nog karton, dat uit gerecycled materiaal is gemaakt. Een product dat ook na gebruik weer volledig recyclebaar is. We hebben overigens de mogelijkheid om ook een polystyreen te gebruiken dat 100% recyclebaar is, maar dat gebruiken we nu niet. Als het om verpakkingen gaat, zijn we al vergevorderd. En we stimuleren ook anderen om dit soort verpakkingen te gebruiken.”

Veel recyclebare materialen

 

Een ander voorbeeld van een belangrijke wijziging in het ontwerp, is het gebruik van uitsluitend nog koudemiddel voor nieuwe warmtepompen die een zeer lage of totaal geen ‘global warming potential’ (GWP) hebben. “Maar de grote uitdaging zit hem echt in het verhogen van het percentage recyclebare materialen en componenten in onze warmtepompen. Er zijn al gerenommeerde leveranciers die daarmee vergevorderd zijn. Dus voor bepaalde componenten hoeven wij ons minder zorgen te maken. De uitdaging zit veel meer bij de leveranciers van kunststoffen, metalen, bekabeling en dat soort materialen”, zegt Willms.

Toch blijkt BDR Thermea Group nu al in staat om grote stappen te zetten in het ontwerpproces, zo vertelt hij. “We ontwerpen inmiddels twee zo circulair mogelijke warmtepompen, zowel een lucht/water- als water/water-warmtepomp, die volgend jaar op de markt komen. De materialen die we in deze toestellen gebruiken zullen voor meer dan 90% recyclebaar zijn.” Maar zelfs als een product in de toekomst uit 100% recyclebare materialen is gemaakt, dan is onze opdracht nog niet afgerond, zegt Willm. “Na de productie hebben we ook een verantwoordelijkheid voor het transport en de distributie van onze goederen. Ook zaken als refurbishing, repareerbaarheid en hergebruik van producten vereist weer een extra inspanning van onze R&D- en ontwerpafdelingen. We staan echt aan het begin van een zeer boeiend en ingrijpend proces als het om materiaalgebruik en de life cycle van onze producten gaat.”