Artikel: Klimaatburgemeesters helpen buurtgenoten op weg met verduurzaming.

Volgende

04

Artikel

“Mijn rol is om de grote klimaatopgave te vertalen naar kleine stapjes voor morgen”

Klimaatburgemeesters helpen buurtgenoten op weg met verduurzaming.

Veel gemeentes in Nederland kennen een of meerdere klimaatburgemeesters. Dit zijn mensen die zich actief inzetten voor het klimaat en vanuit hun functie hun medebewoners inspireren om dit ook te doen. Klimaatburgemeesters Hans van Gerrevink (Apeldoorn) en Claudia Hofemann (Delft) vertellen meer over wat hun rol inhoudt en hoe zij deze invullen.

Hans van Gerrevink

Klimaatburgemeester in Apeldoorn

Fotograaf: Medea Huisman

Hans van Gerrevink woont niet alleen in Apeldoorn; hij is er ook actief in de lokale CDA-fractie. Daar houdt hij zich onder meer bezig met de energietransitie. Maar ook thuis staan duurzame maatregelen hoog op de agenda. Zo verdiepte hij zich in zonnepanelen en hybride warmtepompen – die hij inmiddels allebei in huis heeft. Daarnaast probeert hij altijd kleinere verbeteringen aan te brengen in zijn woning. Juist met dergelijke individuele maatregelen hoopt hij als klimaatburgemeester zijn stadgenoten te inspireren.  

Claudia Hofemann verruilde jaren geleden haar geboorteland Duitsland om aan de TU Delft met windenergie aan de slag te gaan. Zo is ze in de stad blijven hangen, waar ze nog altijd actief bezig is met duurzaamheid. Tegenwoordig oriënteert ze zich een stuk breder: als voorzitter van de energiecoöperatie Deelstroom Delft helpt ze op verschillende manieren om de stad te verduurzamen. Sinds 2022 combineert ze die werkzaamheden met haar functie als klimaatburgemeester.

Claudia Hofemann

Klimaatburgemeester in Delft

Waarom ben je klimaat-burgemeester geworden?

Hans: “In een krantenartikel las ik dat Apeldoorn moeite had om de functie in te vullen. Het zou zonde zijn als de elfde stad van Nederland – met inmiddels ruim 167.000 inwoners – niemand kan vinden om de duurzaamheidsgedachte uit te dragen. Daarom vond ik dat ik het moest gaan doen. Gelukkig was ik niet de enige: Ingrid Wentink en Tiphaine Bresser meldden zich ook aan. We vullen de rol nu met z’n drieën in.”

Claudia: “Ik merk dat veel mensen in de stad wel in actie willen komen voor het klimaat, maar niet weten hoe ze zich kunnen laten horen. Een klimaatburgemeester kan die stap voor hen makkelijker maken. Bovendien zag ik het als een kans om mijn netwerk uit te breiden. Als klimaatburgemeester kom je met nieuwe mensen uit andere segmenten in aanraking. Dat vind ik heel waardevol, omdat we elkaar allemaal nodig hebben om de energietransitie te versnellen.”

Hoe vul jij jouw rol als klimaat-burgemeester in?

Hans: “Het mooie is dat wij alle drie een andere rol hebben, waardoor we ook van elkaar veel kunnen leren. Ingrid houdt zich bezig met vergroening, Tiphaine met afvalvermindering en het initiatief Zero Waste – waar ze inmiddels zelfs fulltime mee bezig is – en ikzelf richt me op duurzaamheid in huis. Zo heb ik de mensen in mijn wijk laten weten dat ze altijd langs kunnen komen voor advies over het verduurzamen van hun woning. Daarvoor zijn in Apeldoorn wel meer goede initiatieven te vinden, maar de drempel om bij een buurman aan te kloppen ligt gewoon iets lager. Daarbij geef ik ook direct aan dat ik geen expert ben en dat ze dus ook iemand moeten raadplegen die deskundig advies kan geven. Maar ik kan ze wel op weg helpen, zonder dat er direct een commercieel belang speelt.”

 

“Daarnaast probeer ik op verschillende manieren verduurzamingstips te delen. In aanloop naar de Nationale Klimaatweek, van 30 oktober tot en met 5 november, zal ik mijn social media-kanalen daar weer meer voor inzetten. Ook stimuleren wij wijkraden in Apeldoorn om duurzaamheidsmarkten te organiseren. Daar sta ik als klimaatburgemeester, maar er staan ook bedrijven die over verschillende duurzaamheidsthema’s vertellen. Zo was Remeha er bijvoorbeeld wel eens aanwezig om aan consumenten uit te leggen hoe een warmtepomp werkt.”

Claudia: “Dat is een lastige vraag, want mijn bezigheden als klimaatburgemeester zijn niet heel anders dan die als voorzitter van onze coöperatie. Duurzame energie opwekken voor en door de lokale omgeving, kennis en ervaringen over energiebesparing uitwisselen, klimaatadaptatie en vergroening aanbrengen in onze directe leefomgeving; het zijn allemaal initiatieven waarvoor Deelstroom Delft is opgericht. Ik presenteer me meestal ook niet als klimaatburgemeester, want ik vind het sterker staan als ik ergens namens onze ruim 300 leden spreek.”

 

“Wat mijn rol als klimaatburgemeester daaraan toevoegt, is vooral het contact met andere klimaatburgemeesters. Onderling wisselen we vaak ideeën uit. Mijn collega-klimaatburgemeesters hebben ons bijvoorbeeld een keer fantastisch geholpen, toen we dankzij hun netwerk twee sessies voor onze energiecoaches konden organiseren over het onderwerp na-isoleren van bestaande bouw met biobased en circulaire bouwmaterialen. Dit is een onderwerp dat erg belangrijk is en nog steeds te weinig aandacht krijgt, dus het is erg mooi dat zij dit mogelijk konden maken.

Wat is de belangrijkste boodschap die jij als klimaat-burgemeester wil uitdragen?

Hans: “Jouw bijdrage doet ertoe! Dat is mijn belangrijkste boodschap. Iedereen ziet dat er op klimaatgebied veel aan de hand is. Hitterecords in Zuid-Europa, de stijging van de zeespiegel, droogte of juist wateroverlast. Het Klimaatakkoord van Parijs ligt op tafel, maar de taak om in 2050 volledig uitstootvrij te zijn is een gigantische. Mijn rol als klimaatburgemeester is om die opgave te vertalen naar kleine stapjes voor morgen. Ik benader het ook bewust heel klein: zelfs een ledlamp, een tochtstrip of radiatorfolie is al een goede verbetering. Het zijn druppels op een gloeiende plaat, maar als iedereen het doet, zijn dat samen toch heel wat druppels. Dat is wat ik als klimaatburgemeester wil benadrukken: elke druppel telt.”

 

“Ik nodig iedereen daarom graag uit om de ogen te openen voor nieuwe energieoplossingen en mogelijke gedragsaanpassingen. Een tip die ik vaak geef: wat je niet gebruikt, hoef je ook niet op te wekken. De verwarming wat lager zetten, het licht wat later op de avond aandoen, minder apparaten tegelijk aan laten staan en ze ’s nachts uitzetten; het zijn allemaal kleine stapjes die we kunnen zetten om een bijdrage te leveren. Om zo onze eigen druppel toe te voegen.”

 

Claudia: “Dat zijn er eigenlijk drie. Vanuit onze coöperatie hechten wij er veel waarde aan dat de energietransitie niet alleen snel, maar ook rechtvaardig gebeurt. We willen dat onze nieuwe energiebronnen niet in de handen van grote partijen komen te liggen, maar in die van de bewoners. Ze moeten kunnen meepraten over waar we energie vandaan halen en wat de prijzen zijn. Energie als recht; dat vind ik ook als klimaatburgemeester een belangrijk principe.”

 

“Daarnaast wil ik het belang van integraal denken benoemen. Ik zit regelmatig bij gesprekken over warmteoplossingen voor lokale wijken, waar het natuurlijk veel over het verwarmen van woningen gaat. Maar als we keuzes willen maken voor de komende 50 jaar, moeten we ook kijken wat we op de lange termijn nodig hebben. Niet verwarmen, maar juist koelen wordt dan ieder jaar belangrijker. Nu is het uitgangspunt dat het ook bij buitentemperaturen van -10°C, binnen nog 20°C moet kunnen worden. Misschien moeten we daar vanaf en is 18°C ook prima. Dan zouden we andere keuzes kunnen maken bij het ontwikkelen van deze systemen, waardoor de maatschappelijke kosten lager zouden uitpakken en er meer aandacht kan zijn voor koeling.”

 

“Integraal denken gaat ook over samenwerken. De afspraken in het Klimaatakkoord zijn verdeeld over verschillende klimaattafels. En ook binnen gemeentes zijn er verschillende afdelingen die zich met verschillende verduurzamingsaspecten bezighouden. Maar uiteindelijk hangt alles met elkaar samen. Het is bijvoorbeeld niet alleen de vraag hoe we onze huizen verduurzamen, maar ook hoe we ze klimaatadaptief inrichten en tegelijkertijd ruimte creëren voor natuur en voor wateropslag. Daarvoor hebben we iedereen nodig. Dat is ingewikkeld, maar alleen door samen te werken, kunnen we de energietransitie laten slagen.”

Klimaatburgemeesters helpen buurtgenoten op weg met verduurzaming.

“Mijn rol is om de grote klimaatopgave te vertalen naar kleine stapjes voor morgen”

Artikel

Veel gemeentes in Nederland kennen een of meerdere klimaat-burgemeesters. Dit zijn mensen die zich actief inzetten voor het klimaat en vanuit hun functie hun medebewoners inspireren om dit ook te doen. Klimaatburgemeesters Hans van Gerrevink (Apeldoorn) en Claudia Hofemann (Delft) vertellen meer over wat hun rol inhoudt en hoe zij deze invullen.

Hans van Gerrevink

Klimaatburgemeester in Apeldoorn

Fotograaf: Medea Huisman

Hans van Gerrevink woont niet alleen in Apeldoorn; hij is er ook actief in de lokale CDA-fractie. Daar houdt hij zich onder meer bezig met de energietransitie. Maar ook thuis staan duurzame maatregelen hoog op de agenda. Zo verdiepte hij zich in zonnepanelen en hybride warmtepompen – die hij inmiddels allebei in huis heeft. Daarnaast probeert hij altijd kleinere verbeteringen aan te brengen in zijn woning. Juist met dergelijke individuele maatregelen hoopt hij als klimaatburgemeester zijn stadgenoten te inspireren.  

Claudia Hofemann

Klimaatburgemeester in Delft

Claudia Hofemann verruilde jaren geleden haar geboorteland Duitsland om aan de TU Delft met windenergie aan de slag te gaan. Zo is ze in de stad blijven hangen, waar ze nog altijd actief bezig is met duurzaamheid. Tegenwoordig oriënteert ze zich een stuk breder: als voorzitter van de energiecoöperatie Deelstroom Delft helpt ze op verschillende manieren om de stad te verduurzamen. Sinds 2022 combineert ze die werkzaamheden met haar functie als klimaatburgemeester.

Waarom ben je klimaatburgemeester geworden?

Hans: “In een krantenartikel las ik dat Apeldoorn moeite had om de functie in te vullen. Het zou zonde zijn als de elfde stad van Nederland – met inmiddels ruim 167.000 inwoners – niemand kan vinden om de duurzaamheidsgedachte uit te dragen. Daarom vond ik dat ik het moest gaan doen. Gelukkig was ik niet de enige: Ingrid Wentink en Tiphaine Bresser meldden zich ook aan. We vullen de rol nu met z’n drieën in.”

Claudia: “Ik merk dat veel mensen in de stad wel in actie willen komen voor het klimaat, maar niet weten hoe ze zich kunnen laten horen. Een klimaatburgemeester kan die stap voor hen makkelijker maken. Bovendien zag ik het als een kans om mijn netwerk uit te breiden. Als klimaatburgemeester kom je met nieuwe mensen uit andere segmenten in aanraking. Dat vind ik heel waardevol, omdat we elkaar allemaal nodig hebben om de energietransitie te versnellen.”

Hoe vul jij jouw rol als klimaatburgemeester in?

Hans: “Het mooie is dat wij alle drie een andere rol hebben, waardoor we ook van elkaar veel kunnen leren. Ingrid houdt zich bezig met vergroening, Tiphaine met afvalvermindering en het initiatief Zero Waste – waar ze inmiddels zelfs fulltime mee bezig is – en ikzelf richt me op duurzaamheid in huis. Zo heb ik de mensen in mijn wijk laten weten dat ze altijd langs kunnen komen voor advies over het verduurzamen van hun woning. Daarvoor zijn in Apeldoorn wel meer goede initiatieven te vinden, maar de drempel om bij een buurman aan te kloppen ligt gewoon iets lager. Daarbij geef ik ook direct aan dat ik geen expert ben en dat ze dus ook iemand moeten raadplegen die deskundig advies kan geven. Maar ik kan ze wel op weg helpen, zonder dat er direct een commercieel belang speelt.”

 

“Daarnaast probeer ik op verschillende manieren verduurzamingstips te delen. In aanloop naar de Nationale Klimaatweek, van 30 oktober tot en met 5 november, zal ik mijn social media-kanalen daar weer meer voor inzetten. Ook stimuleren wij wijkraden in Apeldoorn om duurzaamheidsmarkten te organiseren. Daar sta ik als klimaatburgemeester, maar er staan ook bedrijven die over verschillende duurzaamheidsthema’s vertellen. Zo was Remeha er bijvoorbeeld wel eens aanwezig om aan consumenten uit te leggen hoe een warmtepomp werkt.”

Claudia: “Dat is een lastige vraag, want mijn bezigheden als klimaatburgemeester zijn niet heel anders dan die als voorzitter van onze coöperatie. Duurzame energie opwekken voor en door de lokale omgeving, kennis en ervaringen over energiebesparing uitwisselen, klimaatadaptatie en vergroening aanbrengen in onze directe leefomgeving; het zijn allemaal initiatieven waarvoor Deelstroom Delft is opgericht. Ik presenteer me meestal ook niet als klimaatburgemeester, want ik vind het sterker staan als ik ergens namens onze ruim 300 leden spreek.”

 

“Wat mijn rol als klimaatburgemeester daaraan toevoegt, is vooral het contact met andere klimaatburgemeesters. Onderling wisselen we vaak ideeën uit. Mijn collega-klimaatburgemeesters hebben ons bijvoorbeeld een keer fantastisch geholpen, toen we dankzij hun netwerk twee sessies voor onze energiecoaches konden organiseren over het onderwerp na-isoleren van bestaande bouw met biobased en circulaire bouwmaterialen. Dit is een onderwerp dat erg belangrijk is en nog steeds te weinig aandacht krijgt, dus het is erg mooi dat zij dit mogelijk konden maken.

Wat is de belangrijkste boodschap die jij als klimaatburgemeester wil uitdragen?

Hans: “Jouw bijdrage doet ertoe! Dat is mijn belangrijkste boodschap. Iedereen ziet dat er op klimaatgebied veel aan de hand is. Hitterecords in Zuid-Europa, de stijging van de zeespiegel, droogte of juist wateroverlast. Het Klimaatakkoord van Parijs ligt op tafel, maar de taak om in 2050 volledig uitstootvrij te zijn is een gigantische. Mijn rol als klimaatburgemeester is om die opgave te vertalen naar kleine stapjes voor morgen. Ik benader het ook bewust heel klein: zelfs een ledlamp, een tochtstrip of radiatorfolie is al een goede verbetering. Het zijn druppels op een gloeiende plaat, maar als iedereen het doet, zijn dat samen toch heel wat druppels. Dat is wat ik als klimaatburgemeester wil benadrukken: elke druppel telt.”

 

“Ik nodig iedereen daarom graag uit om de ogen te openen voor nieuwe energieoplossingen en mogelijke gedragsaanpassingen. Een tip die ik vaak geef: wat je niet gebruikt, hoef je ook niet op te wekken. De verwarming wat lager zetten, het licht wat later op de avond aandoen, minder apparaten tegelijk aan laten staan en ze ’s nachts uitzetten; het zijn allemaal kleine stapjes die we kunnen zetten om een bijdrage te leveren. Om zo onze eigen druppel toe te voegen.”

Claudia: “Dat zijn er eigenlijk drie. Vanuit onze coöperatie hechten wij er veel waarde aan dat de energietransitie niet alleen snel, maar ook rechtvaardig gebeurt. We willen dat onze nieuwe energiebronnen niet in de handen van grote partijen komen te liggen, maar in die van de bewoners. Ze moeten kunnen meepraten over waar we energie vandaan halen en wat de prijzen zijn. Energie als recht; dat vind ik ook als klimaatburgemeester een belangrijk principe.”

 

“Daarnaast wil ik het belang van integraal denken benoemen. Ik zit regelmatig bij gesprekken over warmteoplossingen voor lokale wijken, waar het natuurlijk veel over het verwarmen van woningen gaat. Maar als we keuzes willen maken voor de komende 50 jaar, moeten we ook kijken wat we op de lange termijn nodig hebben. Niet verwarmen, maar juist koelen wordt dan ieder jaar belangrijker. Nu is het uitgangspunt dat het ook bij buitentemperaturen van -10°C, binnen nog 20°C moet kunnen worden. Misschien moeten we daar vanaf en is 18°C ook prima. Dan zouden we andere keuzes kunnen maken bij het ontwikkelen van deze systemen, waardoor de maatschappelijke kosten lager zouden uitpakken en er meer aandacht kan zijn voor koeling.”

 

“Integraal denken gaat ook over samenwerken. De afspraken in het Klimaatakkoord zijn verdeeld over verschillende klimaattafels. En ook binnen gemeentes zijn er verschillende afdelingen die zich met verschillende verduurzamingsaspecten bezighouden. Maar uiteindelijk hangt alles met elkaar samen. Het is bijvoorbeeld niet alleen de vraag hoe we onze huizen verduurzamen, maar ook hoe we ze klimaatadaptief inrichten en tegelijkertijd ruimte creëren voor natuur en voor wateropslag. Daarvoor hebben we iedereen nodig. Dat is ingewikkeld, maar alleen door samen te werken, kunnen we de energietransitie laten slagen.”

04