Leren van debatteren.

11

Het debat

Twee vragen, twee personen & twee meningen.

Leren van debatteren.

Peter Engelbrecht

directeur van Zeeuwse Verwarmings Unie B.V

Rob Jamin

Jamin Energiek

De installatie- en bouwwereld kent veel verschillende marktpartijen die intensief met elkaar samenwerken. Over het algemeen doen zij dit in goede harmonie, samen strevend naar het beste resultaat. Toch betekent dit niet dat hun meningen altijd exact dezelfde zijn. En dat is maar goed ook, want zo houden we elkaar scherp en leren we van elkaar. Dat is precies wat wij in ons ‘debat’ nastreven. We stellen twee vragen, aan twee personen die elk hun mening geven. In deze aflevering stellen we de vragen aan Peter Engelbrecht, directeur van Zeeuwse Verwarmings Unie B.V. en Rob Jamin van Jamin Energiek.

Welke belangrijke verschillen merkt u tussen de installatiepraktijk in Nederland en België?

Peter Engelbrecht: Een eerste verschil is dat Belgische aannemers heel anders werken dan Nederlandse. Denk bijvoorbeeld aan riolering op de begane grond. Belgische aannemers leggen dit er vrijwel altijd zelf in, maar in Nederland doen wij installateurs dat. Verschillen zijn er ook tussen de producten en materialen die we toepassen. Het Belgische CE-keurmerk voor ketels verschilt bijvoorbeeld van het Nederlandse. Dit omdat men in België niet overal dezelfde gassamenstelling gebruikt. Je bent dan ook niet verzekerd wanneer je een Nederlandse ketel ophangt in België.

Deze verschillen in keurmerken hebben ook prijstechnische gevolgen. Je mag in België geen Nederlandse ketel ophangen, wat ertoe leidt dat je voor meer geld een Belgische ketel moet inkopen. Wij weten dit, dus houden hier rekening mee in onze calculaties. Maar als je hiervan niet op de hoogte bent, kun je voor vervelende verrassingen komen te staan.

 

Rob Jamin: Het grootste verschil zit ‘m echt in de mindset. In Nederland kijkt men veel kritischer naar de kosten dan in België. Belgische klanten zijn over het algemeen bereid meer uit te geven. Daar tegenover staat dat ze natuurlijk ook veeleisender zijn wat betreft de kwaliteit van hun product. Ze betalen er meer voor, maar dan moet het ook goed zijn. In Nederland is de eerste vraag altijd: ‘Wat kost het?’; in België: ‘Wat brengt het op?’.

Verder zie ik ook een groot verschil in de techniek. Jaren ’80- en ’90-woningen in België hebben meestal vloerverwarming in combinatie met radiatoren. In het overgrote deel van de huizen komen we dan ook meerdere verwarmingscircuits tegen. De aanvoertemperaturen zijn daarbij een stuk lager dan in Nederland, waar we vaak één enkel systeem zien. Deze verschillende situaties vragen om andere toestellen. Zo is voor ons in België de Remeha Calenta Ace T-control een erg goede oplossing.  

Wat kunnen installateurs uit beide landen leren van elkaars praktijk en werkwijze?

Peter Engelbrecht: Het belangrijkst is om je bewust te zijn van de verschillen tussen de Nederlandse en de Belgische wetgeving. In België moet iedereen die met een gasketel werkt – ook Nederlandse installateurs – gecertificeerd zijn als ‘technicus gasvormige brandstoffen’. Als een Nederlandse installateur in België aan de slag gaat, moet hij of zij dus goed op de hoogte zijn van de Belgische wetgeving. Andersom geldt dat natuurlijk net zo goed voor Belgische installateurs die in Nederland werken. Die bewustwording is belangrijk, want in de praktijk blijkt vaak genoeg dat lang niet iedere installateur hiervan op de hoogte is. Word je gecontroleerd en blijk je niet aan deze wetgeving te voldoen, dan heb je echt een probleem.

Rob Jamin: De Belgische wetgeving is inderdaad belangrijk om te benoemen. Het erkenningsnummer dat bij het certificaat ‘technicus gasvormige brandstoffen’ hoort, geldt namelijk voor jou als individuele installateur, en dus niet voor een heel bedrijf. Als gecertificeerde installateur moet je bovendien iedere vijf jaar opnieuw een theorie- en praktijkexamen afleggen om je certificaat te behouden.

 

Daarnaast wil ik Nederlandse installateurs ook aanraden om zich aan te passen aan de Belgische werkwijze. Dat wil vooral zeggen dat het hier in België nog belangrijker is om goed naar de klant te luisteren, in plaats van hem of haar enkel je eigen ideeën voor te leggen en dat als uitgangspunt te nemen.

Het debat

Twee vragen, twee personen & twee meningen.

Leren van debatteren.

11

Peter Engelbrecht

directeur van Zeeuwse Verwarmings Unie B.V

Rob Jamin

Jamin Energiek

De installatie- en bouwwereld kent veel verschillende marktpartijen die intensief met elkaar samenwerken. Over het algemeen doen zij dit in goede harmonie, samen strevend naar het beste resultaat. Toch betekent dit niet dat hun meningen altijd exact dezelfde zijn. En dat is maar goed ook, want zo houden we elkaar scherp en leren we van elkaar. Dat is precies wat wij in ons ‘debat’ nastreven. We stellen twee vragen, aan twee personen die elk hun mening geven. In deze aflevering stellen we de vragen aan Peter Engelbrecht, directeur van Zeeuwse Verwarmings Unie B.V. en Rob Jamin van Jamin Energiek.

Welke belangrijke verschillen merkt u tussen de installatiepraktijk in Nederland en België?

Peter Engelbrecht: Een eerste verschil is dat Belgische aannemers heel anders werken dan Nederlandse. Denk bijvoorbeeld aan riolering op de begane grond. Belgische aannemers leggen dit er vrijwel altijd zelf in, maar in Nederland doen wij installateurs dat. Verschillen zijn er ook tussen de producten en materialen die we toepassen. Het Belgische CE-keurmerk voor ketels verschilt bijvoorbeeld van het Nederlandse. Dit omdat men in België niet overal dezelfde gassamenstelling gebruikt. Je bent dan ook niet verzekerd wanneer je een Nederlandse ketel ophangt in België.

Deze verschillen in keurmerken hebben ook prijstechnische gevolgen. Je mag in België geen Nederlandse ketel ophangen, wat ertoe leidt dat je voor meer geld een Belgische ketel moet inkopen. Wij weten dit, dus houden hier rekening mee in onze calculaties. Maar als je hiervan niet op de hoogte bent, kun je voor vervelende verrassingen komen te staan.

 

Rob Jamin: Het grootste verschil zit ‘m echt in de mindset. In Nederland kijkt men veel kritischer naar de kosten dan in België. Belgische klanten zijn over het algemeen bereid meer uit te geven. Daar tegenover staat dat ze natuurlijk ook veeleisender zijn wat betreft de kwaliteit van hun product. Ze betalen er meer voor, maar dan moet het ook goed zijn. In Nederland is de eerste vraag altijd: ‘Wat kost het?’; in België: ‘Wat brengt het op?’.

Verder zie ik ook een groot verschil in de techniek. Jaren ’80- en ’90-woningen in België hebben meestal vloerverwarming in combinatie met radiatoren. In het overgrote deel van de huizen komen we dan ook meerdere verwarmingscircuits tegen. De aanvoertemperaturen zijn daarbij een stuk lager dan in Nederland, waar we vaak één enkel systeem zien. Deze verschillende situaties vragen om andere toestellen. Zo is voor ons in België de Remeha Calenta Ace T-control een erg goede oplossing.  

Wat kunnen installateurs uit beide landen leren van elkaars praktijk en werkwijze?

Peter Engelbrecht: Het belangrijkst is om je bewust te zijn van de verschillen tussen de Nederlandse en de Belgische wetgeving. In België moet iedereen die met een gasketel werkt – ook Nederlandse installateurs – gecertificeerd zijn als ‘technicus gasvormige brandstoffen’. Als een Nederlandse installateur in België aan de slag gaat, moet hij of zij dus goed op de hoogte zijn van de Belgische wetgeving. Andersom geldt dat natuurlijk net zo goed voor Belgische installateurs die in Nederland werken. Die bewustwording is belangrijk, want in de praktijk blijkt vaak genoeg dat lang niet iedere installateur hiervan op de hoogte is. Word je gecontroleerd en blijk je niet aan deze wetgeving te voldoen, dan heb je echt een probleem.

Rob Jamin: De Belgische wetgeving is inderdaad belangrijk om te benoemen. Het erkenningsnummer dat bij het certificaat ‘technicus gasvormige brandstoffen’ hoort, geldt namelijk voor jou als individuele installateur, en dus niet voor een heel bedrijf. Als gecertificeerde installateur moet je bovendien iedere vijf jaar opnieuw een theorie- en praktijkexamen afleggen om je certificaat te behouden.

 

Daarnaast wil ik Nederlandse installateurs ook aanraden om zich aan te passen aan de Belgische werkwijze. Dat wil vooral zeggen dat het hier in België nog belangrijker is om goed naar de klant te luisteren, in plaats van hem of haar enkel je eigen ideeën voor te leggen en dat als uitgangspunt te nemen.