Uiteindelijk verwarmt en koelt elk gebouw straks zonder de hulp van fossiele energie. Dat moet en het is voor elke gebouweigenaar of gebruiker ook de stip op de horizon. “Maar het betekent niet dat we dit doel meteen morgen of volgende maand rucksichtslos moeten nastreven. Als het kan, is het prachtig, maar je komt daar ook door één of twee tussenstappen te zetten”, zegt Raymond van den Tempel.

ARTIKEL

Specialisten van Remeha behoeden gebouweigenaren voor ‘lock-in’

“Onze menukaart voor

verduurzaming kent vele 

smaken”

Raymond van den Tempel
application engineer bij Remeha

“In de eerste plaats is het vaak bepalend vanuit welke invalshoek en overtuiging iemand aan de slag wil. Is de eigenaar ook de gebruiker van het pand of is het gebouw zijn investering waarmee hij gewoon geld verdient. Is het een vereniging van eigenaren, die geld reserveert voor vervanging en onderhoud, of is het een gebruiker, bijvoorbeeld een huurder, die vindt dat verduurzaming belangrijk is voor de uitstraling van zijn bedrijf en wil dat de eigenaar actie onderneemt. Al deze varianten resulteren in de praktijk in een andere drive”, zegt Lamberts. Van den Tempel vult aan: “In de tweede plaats heb je ook partijen voor wie het juist de ambitie is om te besparen op energie of juist op kosten, terwijl een ander de CO2-reductie als uitgangspunt neemt. Een derde kijkt weer puur naar de verplichte labelstappen die hij vanuit de regelgeving moet nemen. Ook de regio maakt nogal een verschil. In Groningen zien we bij partijen een veel sterkere motivatie om snel van het gas af te gaan dan in bijvoorbeeld het zuiden.”

Toen enkele jaren terug het adagium ‘van het gas af’ zijn intrede deed, ontstonden er zeer uiteenlopende reacties. Er waren koplopers die zich direct aangesproken voelden en, meestal via forse investeringen, innovatieve technieken lieten installeren om onafhankelijk van aardgas te worden. Ook zijn er partijen die grote vraagtekens zetten bij deze hype, zoals zij het noemen. “Maar ik kom vooral veel gebouweigenaren en opdrachtgevers tegen die zeker wel stappen willen zetten, maar niet weten hoe en waar zij praktisch gezien kunnen beginnen”, zegt Gerwin Lamberts, application engineer bij Remeha. Samen met zijn collega Raymond van den Tempel, eveneens application engineer bij het Apeldoornse bedrijf, komen zij geregeld bij eigenaren die aan de slag willen maar niet weten welke stappen ze kunnen zetten.


Invalshoek en overtuiging

“In de eerste plaats is het vaak bepalend vanuit welke invalshoek en overtuiging iemand aan de slag wil. Is de eigenaar ook de gebruiker van het pand of is het gebouw zijn investering waarmee hij gewoon geld verdient. Is het een vereniging van eigenaren, die geld reserveert voor vervanging en onderhoud, of is het een gebruiker, bijvoorbeeld een huurder, die vindt dat verduurzaming belangrijk is voor de uitstraling van zijn bedrijf en wil dat de eigenaar actie onderneemt. Al deze varianten resulteren in de praktijk in een andere drive”, zegt Lamberts. Van den Tempel vult aan: “In de tweede plaats heb je ook partijen voor wie het juist de ambitie is om te besparen op energie of juist op kosten, terwijl een ander de CO2-reductie als uitgangspunt neemt. Een derde kijkt weer puur naar de verplichte labelstappen die hij vanuit de regelgeving moet nemen. Ook de regio maakt nogal een verschil. In Groningen zien we bij partijen een veel sterkere motivatie om snel van het gas af te gaan dan in bijvoorbeeld het zuiden.”

Onze menukaart voor verduurzaming kent vele smaken

09

Next

Gerwin Lamberts
application engineer bij Remeha

In de utiliteit heb je bovendien te maken met verschillende niveaus van renovatie. Als je fors ingrijpt, en bijvoorbeeld de schil van een gebouw stript of sterk naïsoleert, maar ook als je een pand een herbestemming geeft, dan moet je in veel gevallen aan nieuwbouweisen, dus aan de BENG voldoen. “In onze optiek zou het ultieme doel niet ‘van het gas af’ moeten zijn, maar het streven naar zoveel mogelijk CO2-reductie. Dat kan op veel verschillende manieren. Ook met een gasabsorptie-warmtepomp kunnen we een hele forse CO2-reductie realiseren. Maar dat kan ook met een hybride installatie of uiteindelijk via all-electric met een elektrische warmtepomp. Onze menukaart voor verduurzaming kent veel verschillende smaken”, zegt Van den Tempel.

“Toch liggen de kansen niet alleen bij renovaties”, zegt Lamberts. “Ook bij vervanging en onderhoud zijn er legio mogelijkheden. Alleen al door waterzijdig inregelen kunnen we in enorm veel gebouwen veel winst behalen. Of door de oude, 380 Volt pompen te vervangen voor zuinige gelijkstroom exemplaren. In veel situaties is het ook mogelijk om de stooklijn aan te passen. Als je van een temperatuurtraject van 80/60oC naar 70/50oC gaat, in combinatie met goed inregelen, zie je het energiegebruik en dus ook de CO2-reductie al flink afnemen.”

Vervanging of vergaande renovatie

Duurzaam Verdienen Tool

Meer weten?

Wil je meer weten over dit onderwerp of over wat Remeha kan betekenen op jouw weg naar duurzaamheid in de utiliteit? Neem dan snel contact met ons op!

Pragmatisch en betaalbaar

Volgens Lamberts is het voor de meeste gebouweigenaren prettig om te kunnen sparren. Vandaar dat hij en zijn collega’s bij veel potentiële klanten op bezoek gaat. “Zeker nu de eis op tafel ligt dat elk kantoorgebouw in 2023 aan energielabel C en in 2030 aan energielabel A moet voldoen, zien we de vraag naar praktische, snel te nemen maatregelen groter worden. Ik denk dat wij juist op die momenten snel kunnen schakelen. Met pragmatische en vaak betaalbare keuzes helpen we goede stappen te zetten. Bij appartementengebouwen zien we bijvoorbeeld vaak dat VvE’s wel hebben gespaard voor ketelvervanging, maar niet voor een totale verduurzaming. Als die reserves er niet zijn, wordt het lastig - meestal onhaalbaar - om direct van het gas af te gaan. Wij helpen in zo’n geval om een traject uit te stippelen waarmee ze hun gebouw in een of twee fases naar energieneutraal brengen. Bijvoorbeeld door eerst een hybride warmtepomp te installeren en op termijn, bij de volgende vervanging, naar all-electric over te gaan. In de tussenliggende jaren kan de VvE dan sparen voor het verbeteren van de schil en het vervangen van het afgiftesysteem. Zo maken we het voor elke partij aantrekkelijk en motiverend om aan de slag te gaan.


Geen ‘lock-in’ creëren

Haalbaar, betaalbaar en onderhoudbaar. Dat zijn, zo zegt Van den Tempel, de sleutelwoorden in de aanpak die Remeha voorstaat. “Wij hebben ons in de afgelopen jaren ontwikkeld tot een aanbieder van elke type klimaatinstallatie voor uiteenlopende energiedragers: all-electric, hybride met gas, warmtenetten en zelfs waterstof (zie de illustratie van onze ‘cirkel voor energietransitie’). Naast verwarmen hoort daar nadrukkelijk ook koelen bij. En natuurlijk ook zonne-energie. Wat dat betreft past ons assortiment nu bij elke situatie. Naast een betrouwbare leverancier zijn we die ‘trusted advisor’, een specialist die juist door onze brede ervaring via uiteenlopende projecten die wij doen, weten waar een specifieke gebouweigenaar op moet letten. Het laatste wat wij willen is een ‘lock-in’, een situatie waarbij de eigenaar opgesloten zit in een bepaalde technologie die straks niet meer bruikbaar is en hem tot grote, soms onnodige investeringen dwingt.” “Wij kijken bijvoorbeeld ook naar de warmtetransitieplannen in een gemeente. Het is niet slim om fors te investeren in een all-electric installatieconcept als de gemeente in die specifieke wijk een warmtenet aanlegt of als de elektrische infrastructuur aan zijn maximale capaciteit zit”, besluit Lambregts. “Wij zullen al deze zaken meenemen in onze adviezen.

“Zeker nu de eis op tafel ligt dat elk kantoorgebouw in 2023 aan energie-label C en in 2030 aan energielabel A moet voldoen, zien we de vraag naar praktische, snel te nemen maat-regelen groter worden’